De prijzen in de horeca gaan in 2020 wederom stijgen. Dit komt onder andere door de invoering van de nieuwe WAB: Wet Arbeidsmarkt in Balans. Door de wet worden vaste contracten aantrekkelijker gemaakt aangezien de kosten voor het aanbieden van flexibele werkvormen flink wordt verhoogt. In de horeca sector hebben maar liefst de helft van alle werknemers een flexibel contract. Dit komt omdat de horeca seizoensgebonden is.
Als onderdeel van de WAB worden WW-premies, die werkgevers moeten afdragen, gekoppeld aan het type contract van de werknemer. Bij vaste contracten en bij de flexibele contracten voor werknemers onder de 21 jaar die niet meer dan 12 uur per week werken, dragen werknemers straks de lage premie van 2,78% af. Echter, voor alle andere flexibele contracten gaat de WW-premie omhoog van 3,6% naar 7,8%.
Hiernaast moeten oproepkrachten volgens de nieuwe wet minimaal vier dagen voor een betreffende werkdag ingeroosterd staan. Hierdoor kunnen onverwachtse veranderingen zoals weeromstandigheden duur uitpakken. Echter kunnen werkgevers en werknemers het termijn van vier dragen binnen de cao verkorten tot 24 uur. In het geval dat een werkoproep binnen vier dagen wordt ingetrokken, dan moeten de geplande uren alsnog uitbetaald worden.
Bovendien wordt het duurder om werknemers met een payroll-contract aan te houden omdat zij meer rechten krijgen. Daarnaast zijn ondernemers vanaf 1 januari 2020 verplicht om personeel met een nulurencontract na één jaar een overeenkomst aan te bieden met als basis het gemiddelde aantal gewerkte uren. Tenslotte betaalt de werkgever straks een transitievergoeding (ontslagvergoeding) dat ingaat op de eerste werkdag. Bij de oude wet ging dit pas in na twee jaar. Aan de andere kant wordt ontslag gemakkelijker en mogen werkgevers straks weer drie opeenvolgende jaarcontracten aan een werknemer aanbieden. Dat is één jaar meer dan de huidige situatie.
Niettemin blijft de nieuwe wetgeving een flinke kostenpost voor de horeca. Branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN) houdt rekening met een toename van de personeelskosten. Volgens het CBS bedragen de personeelskosten in de horecasector in theorie nu gemiddeld 27% van de totale omzet. In de praktijk worden de personeelskosten geschat op 30% van de totale omzet en dit percentage zal na de nieuwe wetgeving stijgen naar 32%. Het is aannemelijk dat de WAB bijdraagt aan nieuwe prijsverhogingen in 2020. Veel horecaondernemingen kunnen het zich niet veroorloven de hogere personeelskosten voor eigen rekening te nemen en moeten daarom de prijzen verhogen.
Er is veel commotie ontstaan over de wet omdat het niet op alle fronten duidelijk is. Het doel van de wet is het aantrekkelijker maken van vaste contracten voor werkgevers. Ontslagredenen kunnen voortaan gecombineerd worden waardoor het in principe makkelijker moet worden om een werknemer te ontslaan. Echter is het onduidelijk hoe de rechter naar ontslagredenen gaat kijken en mogen sommige ontslagredenen niet met elkaar gecombineerd worden.
Er is ook nog onduidelijkheid over de payrollsector. Alle werknemers die via een payrollbedrijf in dienst zijn, krijgen namelijk dezelfde rechten als vaste werknemers: hetzelfde loon, vakantiedagen en mogelijkheid om een telefoon en/of auto van de zaak te krijgen. Hierdoor worden payrollkrachten straks minstens zo duur als vaste medewerkers waardoor de voordelen van payrollkrachten verdwijnen.